Sind Sie Holländer?
 
datum: 11 februari 2015

Gehaast lopen we, ieder een koffertje op wielen voorttrekkend, over het perron. Brigitte heeft alles weer perfect georganiseerd. Uit het vliegtuig, koffer van de band, twee roltrappen af en snel de trein in die al voor ons klaar staat. We besluiten om in het voorportaal van het treinstel te blijven, omdat de koffers best veel plaats innemen en we in Siegburg al weer moeten overstappen. Tevreden kijken we elkaar aan. Na een paar heerlijke dagen in Praag zijn we weer in ‘die Heimat’. Praag was mooi en het weer was ook prima. Goed, het was koud, maar daarvoor is het dan ook februari. De trein zet zich langzaam in beweging en ik maak het me zo gemakkelijk mogelijk op het harde plastic stoeltje. De koffer klem ik tussen mijn benen zodat hij niet wegrolt.

‘Nächste Station, Köln Hauptbahnhof’ klinkt het een beetje mechanisch, maar zeer duidelijk verstaanbaar uit de speaker van de trein. Dat gaat in Nederlandse treinen anders. Daar heb je je eigen geografische kennis hard nodig om in te schatten wanneer je er uit moet. Goed kijken en tellen want de speaker is niet te verstaan.

‘Dat schiet lekker op,’ zeg ik tegen Brigitte.
Even later rolt de trein het grote station bij de Dom van Keulen binnen.
‘Ach Du Scheiße,’ zegt Brigitte en kijkt verschrikt naar buiten.

Ik hoor sissend de deuren opengaan en een bont gekleurde stroom mensen walst luidruchtig ons treinstel in. Gelijktijdig vult de lucht in onze ruimte zich met alcoholdampen en het geluid van lachende en lallende mensen. Het is carnaval. Daar had Brigitte even geen rekening mee gehouden. Het hele treinstel is in een mum van tijd vol en niet alleen de normale zitplaatsen, maar ook het voorportaal waar wij ons bevinden. Niet iedereen kan zitten en een paar jongelui blijven staan. Een dikke jongen, zonder veel fantasie verkleed in een tuinoveral die zijn moeder in de jaren zeventig nog moet hebben gedragen, opent de elektrische schuifdeur van het toilet. Hij gaat zuchtend op de pot zitten, zijn broek blijft aan. De deur sluit zich, maar na een paar minuten drukken zijn vrienden balorig op de knop. De deur schuift open want hij had hem niet op slot gedaan. Met zijn hoofd tussen zijn handen en de armen rustend op zijn knieën kijkt hij loom naar zijn vrienden. Hilariteit in het voorportaal. De deur sluit zich weer en het spel herhaalt zich nog een paar keer. Een andere jongen verkleed als US Army piloot, compleet met vliegeniersoverall en Ray Ban zonnebril, staat voor mijn neus. Hij heeft het hoogste woord en probeert met zijn grappen vooral indruk te maken op een aantal dames die aan de overkant op precies zulke ongemakkelijke stoeltjes zitten als wij. Omdat wij nog nuchter zijn ontgaat ons de humor van zijn betoog, maar de dames lachen om alles wat hij zegt. Als hij probeert ook mij in het gesprek te betrekken moet ik snel mijn talenknobbel in werking stellen. Vraag me niet hoe, maar ik weet hem goed van repliek te dienen en heb de lachers eveneens op mijn hand. Hij voelt concurrentie en richt zich weer tot de dames aan de andere kant. Hij wil vandaag nog wat versieren neem ik aan. Ze zijn duidelijk ouder dan hijzelf, maar dat maakt niet uit als je dronken bent. Vanaf de overkant kijkt een vrouwelijke clown me lachend aan. ‘Sind Sie Holländer?’ vraagt ze vriendelijk.
‘Ein bisschen.’ Al woon ik hier honderd jaar, ze zullen mijn Nederlandse accent altijd blijven herkennen.
Naast haar zit een heks met een bezem tussen haar benen. Die stoot ze aan en zegt: ‘Haha, ein bisschen, sagt er. Die Holländer sind so süß, ich mag sie einfach.’
‚Nächste Station, Siegburg.’